De Ooijpolder is in principe heel geschikt voor otters. Het is goed leefgebied voor ze, met het water in de Groenlanden, de Ooijse Graaf, het Wylerbergmeer, het Zwanenbroekje en het Meertje, en alle visrijke plassen en moerassen tussen dijk en Waal. En hoewel de lenige, speelse vissenvangers er al eens zijn teruggekomen, is permanente vestiging nog niet gelukt. Daar komt hopelijk snel verandering in. Als voorbereiding worden oversteekplaatsen alvast veilig gemaakt. Vorige maand werd een otterpassage bij het dorp Ooij voltooid.
Met een sierlijke boog duikt de ottermoeder in het water. Even is haar bruine vacht te zien op de lange rug en de sterke staart. Snel en geruisloos zwemt ze verder. Schelle, haast vogelachtige piepjes verraden dat er een jong in het riet is achtergebleven. Waagt die kleine ook een duik?
De kans om een otter in levende lijve te ontmoeten blijft klein, het zijn schuwe dieren die heimelijk langs de oevers lopen en vaak ‘s nachts actief zijn. Vaker worden de dieren opgemerkt aan de voetsporen die ze achterlaten in de modder langs het water of door hun bijzondere poep. Deze ‘spraints’ vol graten ruiken zoetig naar vis en voor otters zitten ze vol geurboodschappen over van wie het territorium is en hoe het met de vruchtbaarheid is gesteld. Ook aan de hand van DNA-sporen in het water kunnen tegenwoordig otters worden aangetoond.