Ik wilde eigenlijk direct in het diepe duiken, maar volgens mij moet ik me eerst even netjes voorstellen. Dat hoort zo als mensen je nog niet kennen.
Het kleffe handje kunnen we elkaar gelukkig besparen, laat staan de corona-elleboog.
Ik ben Mark de Jong. Opgegroeid in Millingen en mijn opa en oma heten Sjaak en Lenie. Vaak niet direct iets waar je mee begint als je je voorstelt, maar in een dorp zegt dat vaak meer dan 1000 woorden.
Iets meer dan 20 jaar geleden werden mijn klasgenoten en ik een voor een uit de klas gehaald. We moesten het dorp uit, want de dijk kon het wel eens gaan begeven.
Ik had al eerder die week gezien dat het water over de dijk klotste toen ik met mijn vader een kijkje ging nemen. Het had iets weg van een badkuip die veel te vol zat en waar je vooral stil in moest blijven zitten om de vloer droog te houden.
Het bankstel, de televisie, de eethoek, de koelkast en de stereotoren gingen naar zolder, wij naar Wijchen.
Naarmate je ouder wordt, hoor je mooie verhalen over hoe iedereen elkaar hielp en hoe sommige mensen weigerden te vertrekken uit hun geliefde dorp.
Liever natte ogen dan droge voeten.