In gesprek met Hubert Bruls, voorzitter Euregio Rijn-Waal

Hubert Bruls is naast burgemeester van de stad Nijmegen en lid van het Veiligheidsberaad (als portefeuillehouder crisisbeheersing) ook voorzitter van het grensoverschrijdende samenwerkingsverband Euregio Rijn-Waal (in de tekst afgekort ERW). Deze functie, die vier jaar duurt, bekleedt hij sinds november 2022. Zijn opvolger wordt een collega van Duitse kant. Als ERW-voorzitter is Hubert Bruls bij het brede publiek minder bekend, wat voor De Rozet reden was om hem aan de hand van enkele vragen aan zijn lezers voor te stellen. (HM)  

Image Not Found
Hubert Bruls is ook voorzitter van het grensoverschrijdende samenwerkingsverband Euregio Rijn-Waal.

Waarom is de Euregio Rijn-Waal belangrijk voor onze grensstreek? 
De Euregio Rijn-Waal is voor instellingen, verenigingen, gemeenten en burgers aan beide zijden van de grens een belangrijk platform. Zo informeert en begeleidt de ERW mensen en bedrijven bij allerlei werk-gerelateerde vragen. Een van de mooiste verworvenheden op dit gebied zijn de ‘GrensInfoPunten’, die ook een spreekuur aanbieden. Daarnaast is de ERW een onmisbaar contactpunt om grensoverschrijdende kwesties te bespreken en op elkaar af te stemmen. Verder kunnen verenigingen, clubs, onderwijsinstellingen en scholen de ERW benaderen voor financiële ondersteuning bij een grensoverschrijdende activiteit. Met andere woorden, de ERW brengt veel mensen de grensregio dichter bij elkaar en vergemakkelijkt de contacten.       

Waaruit bestaan uw werkzaamheden als ERW-voorzitter? 
Twee keer per jaar komt de Euregio-Raad bij elkaar. Deze bestaat uit vertegenwoordigers van Nederlandse gemeenten en Duitse ‘Kreise’. Hier worden  algemene beleidslijnen, begrotingen en kernprojecten e.d. besproken en geëvalueerd. Als voorzitter van het dagelijks bestuur van de ERW ben ik daarnaast actief betrokken bij allerlei projectoverleg. De ERW heeft ruim 30 Nederlandse en Duitse medewerkers. Ik hoef gelukkig niet bij elk overleg aanwezig te zijn. Dat zou ook lastig zijn, want ik heb ook nog een drukke baan in Nijmegen. Ik word door ERW collega’s uitstekend op de hoogte gehouden.   

Wat trekt u aan in deze functie? 
Een groot deel van mijn werkzame leven heeft zich afgespeeld (en doet dat nu nog) langs de Nederlands-Duitse grens. De ‘overkant’ is daarom voor mij nooit een vreemd gebied geweest. In 1999 was ik als wethouder in Nijmegen ook al actief in de ERW. Het bevorderen van Nederlands-Duitse contacten en samenwerking heeft mij altijd aangesproken en gemotiveerd. In mijn Venlose burgemeestertijd (2005-2012) was ik lid van Euregio Rijn-Maas. Venlo was toen ook al misschien de ‘meest Duitse’ stad van ons land. Het samenwerken met Duitse collega’s om dingen te verbeteren is voor mij een vanzelfsprekendheid geworden.  

U bent nu ongeveer halverwege de ERW-ambtstermijn. Wat is er in deze periode veranderd?
De ‘Strategische Agenda 2025+’ die wij vijf jaar geleden hebben opgesteld werd helaas enigszins vertraagd door corona. Daar hadden we allemaal last van. Na corona is het aantal ontmoetingen in ERW-verband aanzienlijk toegenomen. Werkgroepen zijn intensief en extra gemotiveerd aan de slag gegaan met thema’s als gezondheidszorg, arbeidsmarkt en mobiliteit. Ook maken we meer dan voorheen gebruik van externe expertise, Duitse en Nederlandse. Zo was er in januari een bijeenkomst met betrekking tot thema waterstof. 

Wat zijn in de komende jaren belangrijke uitdagingen?  
Belangrijke thema’s blijven werken over de grens, mobiliteit en veiligheid. Daarnaast is het bevorderen en ondersteunen van kleinere ‘grensprojecten’ een belangrijk onderwerp. Bij deze ‘people-topeople’ miniprojecten werken Nederlandse en Duitse partners samen aan een activiteit. Dat kan van alles zijn. Deze uitwisseling vind ik belangrijk omdat ze de onderlinge betrokkenheid versterken en de contacten tussen Duitsers en Nederlanders in de grensstreek verlevendigen. Verenigingen, scholen en allerlei sociale burgerinitiatieven kunnen hierop meeliften. Onlangs heeft de Europese Commissie een brief doen uitgaan waarin een nieuwe financiële subsidieregeling wordt geschetst met een sterkere focus op grote, centraal aangestuurde projecten. De voor de grensstreek zo belangrijke kleine projecten dreigen daardoor in gevaar te komen. Dat willen wij voorkomen.

In de ‘Strategische agenda 2025+’ wordt onder meer gesproken over Euregionale identiteit. Wat verstaat u hieronder?
In het werkgebied van de ERW wonen 4,2 miljoen mensen. Bij alle demografische diversiteit in dit grote gebied, dat zich uitstrekt van Apeldoorn tot Düsseldorf, zijn we allemaal grensbewoners. Duitsers en Nederlanders wonen, werken en leven naast en met elkaar, en delen zodoende een ‘euregionale identiteit’. Wij als ERW stimuleren en ondersteunen de contacten die mensen aan beide zijden van de grens met elkaar zoeken en vinden. Deze uitwisseling levert voor iedereen alleen maar voordelen op.

Je hoort wel eens dat Nederlanders en Duitsers ‘anders’ zijn in hun omgangsvormen. Speelt dit voor u een rol?  
Nederlanders zijn over het algemeen wat directer, Duitsers eerder gereserveerd. Maar er zijn tussen ons meer overeenkomsten dan verschillen. We vergeten wel eens dat onze grensstreek op allerlei gebied eeuwenlang een sterke samenhang kende. Met de opkomst van een versterkt staatkundig besef in de 19e eeuw kregen ook grenzen een grotere betekenis. Landen ontwikkelden zich op allerlei gebied meer individueel: onderwijs, taal, politiek, sociale wetgeving etc. In de goede contacten met Duitse ERW-collega’s ervaar ik zelden problemen in de omgang. Taal is hooguit soms een drempel, maar nooit een hindernis. In ons team beschikken we weliswaar over tolken, maar die zijn nauwelijks nodig. Bovendien geeft het ‘net iets anders zijn’ kleur aan ontmoetingen.

Uw moedertaal is Nederlands, maar u spreekt ook ‘sehr gut deutsch’. U lijkt zich als een tweetalige vis in het water te voelen.
Bedankt voor het compliment. Mijn Duits is niet perfect, maar ik red me goed. Duits is voor mij nooit een vreemde taal geweest. In mijn functie moet je soms wel precies formuleren, dan kies je je woorden zorgvuldig. Het is ook een kwestie van ‘veel doen’ en niet bang zijn om fouten te maken. Contacten met Duitse collega’s en toespraken worden lichter van toon met een beetje humor. Het onderwerp ‘Duitsers, Nederlanders en voetbal’ werkt altijd om het ijs te breken, heb ik geleerd.

Hebt u naast uw werkzaamheden nog tijd voor hobby’s?
Helaas heb ik daar niet veel gelegenheid voor. Mijn baan als burgemeester van Nijmegen vraagt ook de nodige tijd. Als het even kan neem ik ’s avonds nog even tijd om te lezen. Geen stukken, maar een goed boek. Verder zorg ik dat ik in mijn privéleven de nodige rustmomenten heb.

Wilt u meer weten over de Euregio Rijn-Waal, neem dan gerust contact op of kijk op de website: 0049-2821-79300, info@euregio.org, www.euregio.org