Als kind kijk je vaak met bewondering en soms met ongeloof naar de ouderen om je heen. Die weten en kunnen immers alles! Voor vrijwel elk probleempje dat zich in jouw kinderleven voor doet, blijkt meestal een even simpele als praktische oplossing te bestaan.

De logische conclusie die je dan trekt is: ‘Als ik eenmaal groot ben weet ik dus ook alles en kán ik ook alles!’ Je kunt er als kind soms intens naar verlangen om eindelijk ‘groot’ te zijn.

En na de pubertijd heb je een hele periode het idee dat je inderdaad ‘groot’ bént geworden. Dat je dús alles weet en ook heel veel kunt. Voor sommigen komt aan die periode nooit een einde. Die gaan in de politiek. Daar kunnen we dagelijks de nare gevolgen van aanschouwen.

De meesten van ons komen er echter in de loop van de jaren achter dat ‘weten’ en ‘kunnen’ nogal relatieve en rekbare begrippen zijn. En vanaf middelbare leeftijd lijkt het wel of  je in die zin aan de  omgekeerde weg begint, want:

Zeker weten doe je bijna niks meer en aan de rest twijfel je. Het is dan ook letterlijk waar, dat op oudere leeftijd het kind weer in ons ontwaakt. Maar nu is er helaas geen alwetende ‘ouder’ meer die ons gerust kan stellen en aan de onzekerheid een einde maken. Al zijn er hele volksstammen die ook dáár weer een antwoord op menen te hebben.

Sagittarius