“Je kan de laatste tijd geen krant meer openslaan of je komt hele pagina’s tegen vol met advertenties met maar één boodschap: je moet nu onmiddellijk je zomervakantieboeken”, verzuchtte Anneke, “alsof het leven alleen maar om vakantie vieren en genieten gaat. Er zijn, me dunkt, op het moment wel belangrijkere dingen in het leven, we maken ons allemaal zorgen om de toenemende oorlogsdreiging en half Nederland heeft al een noodpakket in huis. Maar ondanks al die onheilspellende berichten doen de touroperators net alsof er helemaal niets aan de hand is en willen ons maar doen geloven alsof er voor een mens niets afschuwelijker is dan een jaar door te brengen zonder vakantie. Belachelijk!” “Nou, ik begrijp wel dat je je daaraan ergert, An. Maar die touroperators hebben louter economische motieven.” antwoordde Roy. “En ik geef toe, wereldwijd zijn er talloze bloedige conflicten, maar desondanks verwacht ik niet dat wij hier in Nederland op korte termijn met een oorlog worden geconfronteerd, zeker niet op ons eigen grondgebied. Zo’n hypochonder ben ik niet en bovendien kloppen de media het erg op en dat allemaal dooreen stel presidenten die niet sporen. Die zo vol met testosteron zitten, dat het lijkt alsof ze regelrecht uit het krachthonk komen. Maar ik laat me niet gek maken door die grofgebekte Trump en zijn Russische ambtgenoot en vind dat we, net als ieder ander, gewoon op vakantie kunnen gaan. En nu we het erover hebben, krijg ik spontaan de kriebels. Het zou voor ons drietjes, denk ik, ook goed zijn om er voor ’n week of twee even lekker tussenuit te gaan.”
“Ach, vooruit dan maar, iedereen doet het tenslotte”, bond Anneke in. “Bovendien heb je gelijk, waarom zouden wij van de zomer thuisblijven omdat de wereldleiders elkaar in de haren vliegen? We hoeven onze geloofsbrieven toch niet te overleggen, omdat we op vakantie gaan, het moet niet gekker worden! Wij moeten er juist met z’n allen voor zorgen dat de angst voor een derde wereldoorlog ons niet in de greep krijgt, we moeten ons niet fixeren op het meest negatieve scenario. Zo, en nu lust ik nog wel een bak koffie. Jij ook?”
“Ja, doe mij ook nog maar een bakkie”, zei Roy en haalde toen spontaan wat herinneringen op aan vroeger. “Weet je waar ik vroeger zo van genoot als we 14 dagen met onze vriendengroep door Frankrijk reisden?“ stak ie van wal. “Als we dan ergens overnachtten in van die morsige, louche hotels in van die typische achterstandswijken. In van die logementen met krakende vloeren en piepende bedden en obscure kroegen om de hoek, waar ze voor een habbekrats een dagmenu serveerden. En waar je dan de hele avond, met een wagonlading wijn in je mik en een pakje Gauloises binnen handbereik, met Jan en alleman in halfbakken Frans zat te ouwehoeren en naar accordeonmuziek zat te luisteren. Dat waren nog ‘ns tijden. Ik zie ons nog zitten, mee blèrend met Brelen Piaf. En weet je wat het is, An, zo’n reis leverde een schat aan levenservaring op en daar heb ik nu nog profijt van.”
“Ach, kom op, Roy, gaan we weer sentimenteel doen? Dat is nu typisch kroeg praat van oudere jongeren. Vroeger was echt niet alles beter. Of denk je soms van wel? Roy, word toch eindelijk eens wakker”, maande Anneke hem. “Berg je nostalgische gevoelens eens op en onthoudt één ding: je kunt niet meer teruggrijpen op het verleden, want die tijd waar je ’t nu over hebt, komt nooit meer terug, die is voorbij, voorgoed voorbij. De kloof tussen arm en rijk is veel te groot geworden, de mens heeft zijn onschuld verloren en de criminaliteit viert hoogtij. Zou je nu neerstrijken in zo’n volkswijk, die tegenwoordig trouwens probleemwijk heet, is de kans levensgroot dat je na zo’n cafébezoek, nietsvermoedend op weg naar je hotel, wordt beroofd van al je bezittingen. En dan krijg je er, als klap op de vuurpijl, in veel gevallen ook nog een portie klappen bij. Als service van de zaak, zeg maar.”
door Rein van Vorstenbos